Kerk
Kerk
Traditie
We willen kerktraditie graag tegen het licht van het Woord houden. Wij zien de traditie van de kerk niet als een orthodoxe vanzelfsprekendheid. De sacramenten zijn beslist geen vanzelfsprekend onderdeel van een gezonde orthodoxie, maar schijnbaar helaas veelal bedacht om mensen te knechten. Traditie is bepaald niet alleen ontstaan door het Woord, maar vooral ook door de geest en de cultuur van de tijd en door ongeloof. Daar waar de traditie een rem blijkt voor persoonlijke en gemeentegroei, zoeken wij naar de uitvoering van geheel nieuwe eigen gebruiken die aansluiten bij de geest van de tijd, maar altijd gebaseerd op de waarheid van het Woord. Het is wonderlijk te zien dat het Woord meestal meer ruimte en vrijheid biedt, dan de traditie van de kerk. Traditionele leren als bijvoorbeeld die over doop en huwelijk zijn voor ons niet meer vanzelfsprekend, maar willen we opnieuw toetsen aan het Woord. Andere willen we juist omhelzen – zoals die over de drie-eenheid van God – omdat het hoort bij de traditie van alle eeuwen, en voortvloeit uit de waarheid van het Woord van God. Er zijn allerlei opwekkingsbewegingen opgekomen in de Evangelische sfeer, aansluitend op de Reformatie van de kerk of bezijden ervan. Vooral omdat het veelal om bewegingen gaat die sterk op heiliging gericht zijn en de mens tot heiligheid oproepen, spreken ze ons niet aan zolang de nadruk niet op genade maar vooral op zonde gelegd wordt. Dat daar soms velen tot geloof kwamen door angst gedreven, is een slechte zaak. Het imago van God is daardoor van een liefdevolle God gemaakt tot die van een dreigende God. Maar met elke oprechte gelovige die dat werd uit angst, kan Christus wel iets: Hij toont hen Zijn genade en verlost ze van angst. Maar de angst die mensen is aangejaagd, heeft het imago van Jahweh ernstig beschadigd en heeft Christus verdrietig gemaakt.
Uitgangspunt is dat de traditie en de cultuur van de kerk groei en ontwikkeling van individu en samenleving dient te bevorderen. Mensen in de vrijheid van het Woord hoort te plaatsen. Een vrije en niet dictatoriale christelijke samenleving hoort te bevorderen. Een samenleving die de persoonlijke groei niet remt, maar het perspectief verbreedt. Een keuze voor God moet ertoe leiden dat de kerk ervoor kiest om de mens in de keuzevrijheid te stellen.
Dat doet de kerk niet door druk van liturgie, gewoonten, traditie of wet. De wet is er om mensen te doen inzien dat ze de doodstraf verdienen. Dat ze om hun foute levensinstelling dood zijn, als Christus er niet was. De nadruk moet er vooral op liggen, dat de mens niet langer dood hoeft te zijn, omdat Christus het voor ieder heeft volbracht. Dat ieder kan opstaan in een nieuw leven. De wet is goed en is er om onze dankbaarheid te vergroten. Dat wordt tot uitdrukking gebracht door een avondmaal wat zonder dralen uitgedeeld wordt aan ieder en niet in het bijzonder aan zogenaamde heiligen of geestelijken (alleen). Niet het avondmaal is heilig, maar de mensen die gedenken en nemen.
Zelfs zaken die de Bijbel zonde noemt, vragen geen oordeel van de kerk, maar van de persoon zelf. De zonden in de samenleving dwingt de kerk naar zichzelf te kijken. Daarom moet iedereen onder de waarheid van het Woord in de vrijheid worden gesteld. Vooral zij die in zonde leven: dat zijn allen die in de kerk zitten en staan. Ook de voorganger. Zaken als homoseksualiteit en andere seksuele praktijken, of wat verder door de kerk als bijzondere uitvloeiselen worden gezien van de zonde, horen geen item te zijn van beschuldiging. Anders beschuldigt het slechts een falende kerk. De kerk is geen bestrijder van de zonde, maar het huis van God van waaruit genade wordt geproclameerd door goede werken.
Christus neigt zich tot ieder van ons met mededogen en ontferming. Hij zegt zelfs dat we mogen blijven zoals we zijn, zodra we tot Hem komen. De kerk hoort geen heiligheid na te jagen, maar zich over mensen te ontfermen. De kerk wordt daartoe optimaal in staat gesteld, aangezien ieder de handreiking van Christus krijgt door genade. Niemand heeft het recht gekregen om te oordelen en vooral de kerk niet. Christus oordeelt niet en roept ons op dat evenmin te doen. Dat kan Hij doen vanuit de genade die Hij heeft gebracht. De kerk is Zijn uitgestoken rechterhand voor arme zondige mensen. Dat is niet één uitgezonderd. Kinderen aan het avondmaal? Vanzelfsprekend. Een huwelijk inzegenen? Niet nodig, het huwelijk is al door Hem opgedragen en gezegend vanaf de schepping. Zodra de kerk tussen God en mensen gaat instaan anders dan als ontfermende middelaar, dan wordt die kerk door God uiteindelijk ter zijde geschoven. Weg met de veelheid van kerkse sacramenten, is daarom onze stelling. Vooral daar waar ze ook nog heilig genoemd worden.